3e zomerzangavond 10 augustus 2022

Gepubliceerd op 8 augustus 2022 door Alex onder Nieuws

De dienst begint om 19:30 uur en wordt live uit gezonden om kerkomroep.nl.

Ook hebben we besloten om de liturgie online te gaan zetten dat u weet wat er in de dienst komt.

De dienst is met enkel geluid te volgen via kerkradio of de link:

https://www.kerkomroep.nl/#/kerken/11159

Dienst is met beeld en geluid te volgen via de link:

Hervormde Kerk Bennebroek (PKN) – Kerkdienstgemist.nl

Organist: Ary Rijke

De liederen zijn door de voorbereidingscommissie uitgekozen.

De techniek wordt verzorgd door Jan Willem van den Oever.

Er wordt gezongen uit de bundels: Evangelische Liedbundel, Johan de Heer, Opwekking, Liedboek voor de Kerken 1973 (psalm / gezang), Nieuwe Liedboek 2013 (psalm / lied), Zingende Gezegend, Hervormde Bundel (1938), Jeugd in Actie, Weerklank en de bundel Tussentijds.

De collecte voor de onkosten is digitaal of via een busje achter in de kerk. U kunt aan de collecte ter bestrijding van de onkosten deelnemen door uw gave over te maken op rek. no. NL60RABO 0306902028 t.n.v. Kerkrentmeesters Hervormde Gemeente Bennebroek, onder vermelding van zomerzangavond.

Liturgie:

Orgelspel

PowerPoint presentatie: ‘Ik zal er Zijn’

Joh. de Heer 912

1     Van U wil ik zingen, wie ‘d Eng’len omringen,

      al juichend getuigend Uw goedheid, o Heer.

      ‘k Wil loven en danken met woorden en klanken

      en prijzen Uw goedheid en liefde steeds meer.

2     Moog immer mijn harte in vreugd en in smarte,

      zich leren te keren, o God, tot Uw troon.

      Verhoor mijn verlangen, wil leiden mijn zangen

      tot ‘k Vader benader der eng’len toon.

3     Moog hier dan mijn zingen, Uw heem’len doordringen

      en juub’lend zich mengen met hemelse toon.

      Tot ‘k eenmaal hierboven U eeuwig mag loven

      als ‘k juichend zal staan bij Uw stralende troon.

Nieuw Liedboek 146 c

1     Alles wat adem heeft love de Here,

      zingen de lof van Isrëls God!

      Zolang ik hier in het licht mag verkeren,

      roem ik zijn liefde en prijs mijn lot.

      Die lijf en ziel geschapen heeft

      worde geloofd door al wat leeft.

      Halleluja! Halleluja!

4     Hij is ’t, die hemelen, zeeën en aarde,

      die al wat is tot aanzijn riep,

      de enige God die zijn macht openbaarde, –

      Hem is gehoorzaam wat Hij schiep.

      Hij, die het al heeft in zijn hand,

      houdt ook ons zwak geloof in stand.

      Halleluja! Halleluja!

7     Roemt dan, gij mensen, en lof zingt tezamen

      Hem die zo grote dingen doet.

      Alles wat adem heeft, roepen nu amen,

      zingen nu blijde: God is goed!

      Love dan ieder die Hem vreest

      Vader en Zoon en Heilge Geest!

      Halleluja! Halleluja!

Joh. de Heer 33

1     Daar ruist langs de wolken een lief’lijke Naam,

      die hemel en aarde verenigt tezaam

      Geen naam is er zoeter en beter voor ‘t hart

      Hij balsemt de wonden en heelt alle smart.

      Kent gij, kent gij die Naam nog niet?

      die Naam draagt mijn Heiland, mijn lust en mijn lied

2     Die Naam is naar waarheid mijn Jezus ook waard,

      Want Hij kwam om zalig te maken op aard;

      Zo lief had Hij zondaars, dat Hij voor hen stierf,

      genade bij God door Zijn zoenbloed verwierf.

      Kent gij, kent gij die Jezus niet,

      die, om ons te redden, de hemel verliet?

3     Eens buigt zich ook alles voor Jezus in ‘t stof,

      En d’ Engelen zingen voortdurend Zijn lof.

      O mochten w’ om Jezus verheerlijkt eens staan,

      Dan hieven wij juichend de jubeltoon aan:

      Jezus, Jezus, Uw Naam zij d’ eer,

      Want Gij zijt der mensen en Engelen Heer!

Opening: Tineke de Vries

Lied 23c

1     Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij, wijst mij een groene streek;

      daar rust ik aan een stille stroom en niets dat mij ontbreekt.

    Hij geeft mijn ziel weer nieuwe kracht, doet mij zijn wegen gaan,

      de paden van gerechtigheid ter ere van zijn naam.

5     Uw trouw en goedheid volgen mij, Uw liefde, dag aan dag;

      en wonen zal ik in Gods huis, zo lang ik leven mag.

Jeugd in Aktie 38 (Joh. de Heer 57)

1     Er komen stromen van zegen,

      Dat heeft Gods woord ons beloofd:

      Stromen, verkwikkend als regen,

      Vloeien tot elk, die gelooft.

Refrein:  Stromen van zegen

             Komen als plasregens neer.

             Nu vallen drupp’len reeds neder,

             Zend ons die stromen, o Heer!

    Er komen stromen van zegen,

      Heerlijk verkwikkend zal ‘t zijn:

      Op de valleien en bergen

      Zal er nieuw leven dan zijn.

Refrein:  Stromen van zegen

             Komen als plasregens neer.

             Nu vallen drupp’len reeds neder,

             Zend ons die stromen, o Heer!

3  Er komen stromen van zegen,

      Zend ons die Heilstroom nu neer!

      Geef ons die grote verkwikking;

      Geef z’ ons voortdurend, o Heer!

Refrein:  Stromen van zegen

             Komen als plasregens neer.

             Nu vallen drupp’len reeds neder,

             Zend ons die stromen, o Heer!

Opwekking 366

1     Kroon Hem met gouden kroon

      het Lam op zijne troon!

      Hoor, hoe het hemels loflied al

      verwint in heerlijk schoon.

      Ontwaak! Mijn ziel en zing

      van Hem, die voor u stierf.

      En prijs Hem in all’ eeuwigheen

      die ‘t heil voor u verwierf.

3     Kroon Hem, de Vredevorst!

      Wiens macht eens heersen zal

      van pool tot pool, van zee tot zee.

      ‘t Klinke over berg en dal.

      Als alles voor Hem buigt

      en vrede heerst alom,

      wordt d’aarde weer een paradijs.

      Kom, Here Jezus, kom!

Evangelische liedbundel 406

1     Eens zal op de grote morgen,       3   Eens zal op de grote morgen

      klinken het bazuingeschal,                Jezus’ macht worden erkend:

      dan zal Jezus wederkomen,               dan zal ieder mens beseffen,

      als de rechter van ’t heelal.               dat Gods Woord geen leugens kent.

Refrein:   Wie zal op die grote morgen,

              buigen voor die Majesteit?

              Wie zal op die grote morgen,

              vluchten voor die heerlijkheid.

4     Eens zal op de grote morgen

   blank en bruin worden vereend:

   kleur of ras is niet belangrijk,

   maar Gods gunst aan ons verleend.

Refrein:   Wie zal op die grote morgen,

              buigen voor die Majesteit?

              Wie zal op die grote morgen,

              vluchten voor die heerlijkheid.

Joh de Heer 133

1     Hij die rustig en stil, zich steeds voegt naar Gods wil,

      Hem in alles vertrouwt en gelooft; die slechts hoort naar Zijn stem,

      zich geheel geeft aan Hem, smaakt een vreugde, die nimmer verdooft.

Refrein:   Zie slechts op Hem, volg gehoorzaam Zijn stem;

              Blijf maar rustig vertrouwen, altijd ziende op Hem.

2     Loeit de levensorkaan, komt er zorg op ons aan

      ’t Is Zijn glimlach, die alles verdrijft. Klagen, zuchten, geween,

      vrees en twijfel gaan heen; Als wij rustig vertrouwen in Hem.

 Refrein:  Zie slechts op Hem, volg gehoorzaam Zijn stem;

              Blijf maar rustig vertrouwen, altijd ziende op Hem.

5     O, hoe groot is ’t genot als men wandelt met God,

      hier door ’t leven gaat, eerlijk, oprecht; Als in droefheid of vreugd

      men in Hem zich verheugt, en zijn al op ’t altaar heeft gelegd.

Refrein:   Zie slechts op Hem, volg gehoorzaam Zijn stem;

              Blijf maar rustig vertrouwen, altijd ziende op Hem.

Gedicht: Rianne Bijl

Evangelische Liedbundel 175

1     Stilte over alle landen                2   Stilte over alle landen

      in deze nacht.                               in deze nacht.

      Vouwen wij tezaam de handen         Vouwen wij tezaam de handen

      voor deze nacht.                            voor deze nacht.

      Welke zonden wij bedreven,            God zal voor ons allen zorgen

      wil ze, Here, ons vergeven.             tot het dagen van de morgen.

      God wil goede rust ons geven          Veilig en bij Hem geborgen

      in deze nacht.                               zijn wij vannacht.

Opwekking 226

1     Ik wil zingen van mijn Heiland,       2   ‘k Wil het wonder gaan verhalen,

      van zijn liefde, wondergroot,               hoe Hij op Zich nam mijn straf.

      die Zichzelve gaf aan ’t kruishout         Hoe in liefde en genade,

      en mij redde van de dood.                  Hij ‘t rantsoen gewillig gaf.

refrein:    Zing, o zing van mijn Verlosser.

              Met zijn bloed kocht Hij ook mij:

              Aan het kruis schonk Hij genade,

              droeg mijn schuld en ik was vrij.

4     Ik wil zingen van mijn Heiland,

      hoe Hij smarten leed en pijn,

      om mij ‘t leven weer te geven,

      eeuwig eens bij Hem te zijn.

refrein:    Zing, o zing van mijn Verlosser.

              Met zijn bloed kocht Hij ook mij:

              Aan het kruis schonk Hij genade,

              droeg mijn schuld en ik was vrij.

Uit aller mond 204

1     ’k Wil U, o God, mijn dank betalen,

      U prijzen in mijn avondlied.

      Het zonlicht moge nederdalen,

      maar U,  mijn licht, begeeft mij niet.

      U wilde mij met uw gunst omringen,

      meer dan een vader zorgde Gij,

      O, milde bron van zegeningen:

      zulk een ontfermer waart Gij mij.

2     U trouwe zorg wou mij bewaren,

      uw hand heeft mij gevoed, geleid;

      U was nabij in mijn bezwaren,

      nabij in elke moeilijkheid.

      De avond roept mij na mijn zorgen

      tot rust voor lichaam en voor geest.

      Heb dank, reeds van de vroege morgen

      bent U mijn heil en hulp geweest.

Muzikaal intermezzo

Opwekking 136

1     Abba, Vader, U alleen,

      U behoor ik toe.

      U alleen doorgrondt mijn hart,

      U behoort het toe.

      Laat mijn hart steeds vurig zijn,

      U laat nooit alleen.

      Abba, Vader, U alleen

      U behoor ik toe.

2     Abba, Vader, laat mij zijn

      slechts van U alleen.

      Dat mijn wil voor eeuwig zij

      d’uwe en anders geen.

      Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer.

      Laat mij nimmer gaan.

      Abba, Vader, laat mij zijn

      slechts van U alleen.

Opwekking 44

1     Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft.

      Die vol ontferming ieder troost

      en alle schuld vergeeft.

      Die heel het aards gebeuren

      vast in handen heeft.

refrein:    Hem zij de glorie, want Hij die overwon,

              zal nooit verlaten wat zijn hand begon.

              Halleluja. Geprezen zij het Lam,

              dat de schuld der wereld op Zich nam.

2     Verdreven is de schaduw van de nacht.

      En wie Hem wil aanvaarden

      wordt eens veilig thuisgebracht.

      Voor hem geldt ook dit wonder:

      alles is volbracht.

refrein:    Hem zij de glorie, want Hij die overwon,

              zal nooit verlaten wat zijn hand begon.

              Halleluja. Geprezen zij het Lam,

              dat de schuld der wereld op Zich nam.

3     Hij doet ons dankbaar schouwen in het licht,

      dat uitstraalt van het kruis,

      dat eens voor ons werd opgericht.

      En voor ons oog verrijst

      een heerlijk vergezicht.

refrein:    Hem zij de glorie, want Hij die overwon,

              zal nooit verlaten wat zijn hand begon.

              Halleluja. Geprezen zij het Lam,

              dat de schuld der wereld op Zich nam.

Sluiting: Janny Gerritsen

Zingend Gezegend 270  (melodie gezang 393)

1     De heer beschut wie bij Hem schuilen,

      Hij is een rots, een zon, een schild

      een schouder om op uit te huilen,

      een stem die wind en water stilt.

2     De goede grond van ons vertrouwen,

      een vast en veilig fundament,

      waarop de hoop een huis kan bouwen

      gezegend wie die schuilplaats kent!

3     Want komt de storm en striemt de regen,

      dan valt het huis gebouwd op zand,

      maar is het op een rots gelegen,

      dan houdt het vast en zeker stand.

6     Houd moed! al gaat door duizend kuilen

      uw pad niet zò als gij het wilt,

      de Heer beschut wie bij Hem schuilen,

      Hij is uw rots , uw zon, uw schild.

Uit aller mond 257

1     Neem, Heer, mijn beide handen

      en leid uw kind,

      tot ik aan d’ eeuw’ge stranden

      de ruste vind!

      Te zwaar valt m’ elke schrede,

      als ‘k U verlaat.

      O, neem mij met U mede,

      daar waar Gij gaat.

2     O, doe genaad’ ervaren

      aan ‘t bevend hart,

      en breng het tot bedaren

      bij vreugd en smart!

      Laat m’ aan uw voeten rusten,

      mij, hulp’loos kind,

      vertrouwen en berusten,

      voor d’ uitkomst blind!

3     En blijft m’ ook soms verborgen
      uw grote macht,
      Gij voert mij tot de morgen,
      ook door de nacht.
      Neem dan mijn beide handen
      en leid uw kind,
      tot ik aan d’ eeuw’ge stranden
      de ruste vind!

Opwekking 602 (staande)

1     Vrede van God, de vrede van God,

      de vrede van God zij met jou.

      Vrede van Hem, vrede van God,

      de vrede van God zij met jou.

2     In Jezus’ naam, in Jezus’ naam,

      in Jezus’ naam geef ik jou:

      vrede van Hem, vrede van God,

      de vrede van God zij met jou.

3     Heilige Geest, de Heilige Geest,

      de Heilige Geest zij met jou.

      Vrede van Hem, vrede van God,

      de vrede van God zij met jou.

Orgelspel

Bij het verlaten van de Kerk kunt u een bijdrage in de

onkosten van deze avond in de busjes achterlaten.

Als u online heeft meegedaan kunt u dat digitaal doen.

De volgende en laatste Zomerzangavond

van dit seizoen is op:

woensdag 31 augustus 2022

om 19:30 uur.

Wij zien u dan graag weer.

Geen reactie op “3e zomerzangavond 10 augustus 2022”

Reageren