3e Zomerzangavond 9 augustus 2023

Gepubliceerd op 9 augustus 2023 door Alex onder Nieuws

De dienst begint om 19:30 uur en wordt live uit gezonden om kerkomroep.nl en kerkdienstgemist.nl

Ook hebben we besloten om de liturgie online te gaan zetten dat u weet wat er in de dienst komt.

De dienst is met enkel geluid te volgen via kerkradio of de link:

https://www.kerkomroep.nl/#/kerken/11159

Dienst is met beeld en geluid te volgen via de link:

Hervormde Kerk Bennebroek (PKN) – Kerkdienstgemist.nl

Organist: Ary Rijke

Beeld en geluid: Anthon van Dijk

De liederen zijn door de voorbereidingscommissie uitgekozen.

Er wordt gezongen uit de bundels: Evangelische Liedbundel, Johan de Heer, Opwekking, Liedboek voor de Kerken 1973 (psalm / gezang), Nieuwe Liedboek 2013 (psalm / lied), Zingende Gezegend, Hervormde Bundel (1938), Jeugd in Actie, Weerklank en de bundel Tussentijds.

U bent van harte uitgenodigd om een andere partij te zingen als u die kent.

De collecte voor de onkosten is digitaal of via een busje achter in de kerk. U kunt aan de collecte ter bestrijding van de onkosten deelnemen door uw gave over te maken op rek. no. NL60RABO 0306902028 t.n.v. Kerkrentmeesters Hervormde Gemeente Bennebroek, onder vermelding van zomerzangavond.

Liturgie:

Orgelspel

Luisteren naar You Raise me up; U tilt mij op

Tekst:

Al voert mijn weg door diep duist’re dalen

en zwaar mijn hart door zorgen overmand

dan ben ik stil en wacht hier in de stilte

tot U daar bent en reikt uw vaderhand 

refrein: U heft mij op, zodat ik sta op bergen

U heft mij op ja, dwars door stormen heen

ik ben sterk Gij draagt mij op uw schouders

U heft mij op, ik voel me niet alleen

U neemt mijn hand als ik dreig weg te zinken

U neemt mijn hand en trekt mij naar omhoog

ik hoor uw stem vol liefde en vertrouwen

Gij voert mij mee tot aan de hemelboog

Orgelspel

Joh. de Heer 912

1   Van U wil ik zingen, wie ‘d Eng’len omringen,

     al juichend getuigend Uw goedheid, o Heer.

     ‘k Wil loven en danken met woorden en klanken

     en prijzen Uw goedheid en liefde steeds meer.

2   Moog immer mijn harte in vreugd en in smarte,

     zich leren te keren, o God, tot Uw troon.

     Verhoor mijn verlangen, wil leiden mijn zangen

     tot ‘k Vader benader der eng’len toon.

3   Moog hier dan mijn zingen, Uw heem’len doordringen

     en juub’lend zich mengen met hemelse toon.

     Tot ‘k eenmaal hierboven U eeuwig mag loven

     als ‘k juichend zal staan bij Uw stralende troon.

Gezang 1

1   God heeft het eerste woord.           3   God heeft het laatste woord.

     Hij heeft in den beginne                     Wat Hij van oudsher zeide,

     het licht doen overwinnen,                  wordt aan het eind der tijden

     Hij spreekt nog altijd voort.                 in heel zijn rijk gehoord.

4   God staat aan het begin

     en Hij komt aan het einde.

     Zijn woord is van het zijnde

     oorsprong en doel en zin.

Nieuw Liedboek 146 c

1   Alles wat adem heeft love de Here, / zinge de lof van Isrëls God!

     Zolang ik hier in het licht mag verkeren, / roem ik zijn liefde en prijs mijn lot.

     Die lijf en ziel geschapen heeft / worde geloofd door al wat leeft.

     Halleluja! Halleluja!

4   Hij is ’t, die hemelen, zeeën en aarde, / die al wat is tot aanzijn riep,

     de enige God die zijn macht openbaarde, / Hem is gehoorzaam wat Hij schiep.

     Hij, die het al heeft in zijn hand, / houdt ook ons zwak geloof in stand.

     Halleluja! Halleluja!

7   Roemt dan, gij mensen, en lof zingt tezamen / Hem die zo grote dingen doet.

     Alles wat adem heeft, roepe nu amen, / zinge nu blijde: God is goed!

     Love dan ieder die Hem vreest / Vader en Zoon en Heilge Geest!

     Halleluja! Halleluja!

Opening door Jan Willem van den Oever

Joh. de Heer 33

1   Daar ruist langs de wolken een lief’lijke Naam,

     die hemel en aarde verenigt tezaam

     Geen naam is er zoeter en beter voor ‘t hart

     Hij balsemt de wonden en heelt alle smart.

     Kent gij, kent gij die Naam nog niet?

     die Naam draagt mijn Heiland, mijn lust en mijn lied

2   Die Naam is naar waarheid mijn Jezus ook waard,

     Want Hij kwam om zalig te maken op aard;

     Zo lief had Hij zondaars, dat Hij voor hen stierf,

     genade bij God door Zijn zoenbloed verwierf.

     Kent gij, kent gij die Jezus niet,

     die, om ons te redden, de hemel verliet?

3   Eens buigt zich ook alles voor Jezus in ‘t stof,

     En d’ Engelen zingen voortdurend Zijn lof.

     O mochten w’ om Jezus verheerlijkt eens staan,

     Dan hieven wij juichend de jubeltoon aan:

     Jezus, Jezus, Uw Naam zij d’ eer,

     Want Gij zijt der mensen en Engelen Heer!

Opwekking 366

1   Kroon Hem met gouden kroon        3   Kroon Hem, de Vredevorst!

     het Lam op zijne troon!                      Wiens macht eens heersen zal

     Hoor, hoe het hemels loflied al           van pool tot pool, van zee tot zee.

     verwint in heerlijk schoon.                  ‘t Klinke over berg en dal.

     Ontwaak! Mijn ziel en zing                   Als alles voor Hem buigt

     van Hem, die voor u stierf.                  en vrede heerst alom,

     En prijs Hem in all’ eeuwigheen           wordt d’aarde weer een paradijs.

     die ‘t heil voor u verwierf.                   Kom, Here Jezus, kom!

Evangelische liedbundel 406

1   Eens zal op de grote morgen,         3   Eens zal op de grote morgen

     klinken het bazuingeschal,                  Jezus’ macht worden erkend:

     dan zal Jezus wederkomen,                dan zal ieder mens beseffen,

     als de rechter van ’t heelal.                 dat Gods Woord geen leugens kent.

Refrein:   Wie zal op die grote morgen,
               buigen voor die Majesteit?
               Wie zal op die grote morgen,
               vluchten voor die heerlijkheid.

4  Eens zal op de grote morgen

   blank en bruin worden vereend:

   kleur of ras is niet belangrijk,

   maar Gods gunst aan ons verleend.

Gezang 14 / lied 23b

1   De Heer is mijn Herder!                 2   De Heer is mijn Herder!

     ‘k Heb al wat mij lust;                        Hij waakt voor mijn ziel,

     Hij zal mij geleiden                            Hij brengt mij op wegen

     naar grazige weiden.                          van goedheid en zegen,

     Hij voert mij al zachtkens                   Hij schraagt me als ik wankel,

     aan waat’ren der rust.                        Hij draagt me als ik viel.

5   De Heer is mijn Herder!

     Hem blijf ik gewijd!

     ‘k zal immer verkeren

     in ’t huis mijnes Heren:

     zo kroont met haar zegen

     zijn liefde me altijd.

Gedicht door Rianne Bijl

Joh de Heer 133

1   Hij die rustig en stil, / zich steeds voegt naar Gods wil,

     Hem in alles vertrouwt en gelooft; / die slechts hoort naar Zijn stem,

     zich geheel geeft aan Hem, / smaakt een vreugde, die nimmer verdooft.

Refrein:   Zie slechts op Hem, volg gehoorzaam Zijn stem;

              Blijf maar rustig vertrouwen, altijd ziende op Hem.

2   Loeit de levensorkaan, / komt er zorg op ons aan

     ’t Is Zijn glimlach, die alles verdrijft. / Klagen, zuchten, geween,

     vrees en twijfel gaan heen; / Als wij rustig vertrouwen in Hem.

Refrein

5   O, hoe groot is ’t genot / als men wandelt met God,

     hier door ’t leven gaat, eerlijk, oprecht; / Als in droefheid of vreugd

     men in Hem zich verheugt, / en zijn al op ’t altaar heeft gelegd.

Refrein

Joh. de Heer  41

1   De nacht vlood heen, ‘t is helder dag

     er is blijdschap in mijn ziel

     Mijn vrees is weg, Gods vree woont daar

     er is vreugde in mijn ziel

Refrein:   Er is vreugde, hemelvreugde

              hemelvreugde hier op aard’

               Te weten, Jezus mint ook mij

              is mij meer dan alles waard

3   Eens was mijn hart vol duisternis,

     maar God sprak eens: “Daar zij licht!”

     Nu heb ‘k een hemel reeds op aard

     en een hemel nog in ‘t zicht.

Refrein

5   En is de weg soms ruw en steil,

     toch blijft blijdschap in mijn smart,

     Want Jezus Zelf bestiert mijn weg.

     en houdt blijdschap in mijn hart.

Refrein

Opwekking 44

1   Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft. / Die vol ontferming ieder troost

     en alle schuld vergeeft. / Die heel het aards gebeuren

     vast in handen heeft.

Refrein:   Hem zij de glorie, want Hij die overwon,

              zal nooit verlaten wat zijn hand begon.

              Halleluja. Geprezen zij het Lam,

              dat de schuld der wereld op Zich nam.

2   Verdreven is de schaduw van de nacht. / En wie Hem wil aanvaarden

     wordt eens veilig thuisgebracht. / Voor hem geldt ook dit wonder:

     alles is volbracht.

Refrein

3   Hij doet ons dankbaar schouwen in het licht, / dat uitstraalt van het kruis,

     dat eens voor ons werd opgericht. / En voor ons oog verrijst

     een heerlijk vergezicht.

Refrein

Muzikaal intermezzo

Zingend Gezegend 270 (melodie gezang 393)

1   De heer beschut wie bij Hem schuilen, / Hij is een rots, een zon, een schild

     een schouder om op uit te huilen, / een stem die wind en water stilt.

2   De goede grond van ons vertrouwen, / een vast en veilig fundament,

     waarop de hoop een huis kan bouwen / gezegend wie die schuilplaats kent!

3   Want komt de storm en striemt de regen, / dan valt het huis gebouwd op zand,

     maar is het op een rots gelegen, / dan houdt het vast en zeker stand.

6   Houd moed! al gaat door duizend kuilen / uw pad niet zò als gij het wilt,

     de Heer beschut wie bij Hem schuilen, / Hij is uw rots, uw zon, uw schild.

Uit aller mond 257

1   Neem, Heer, mijn beide handen      2   O, doe genaad’ ervaren

     en leid uw kind,                                aan ‘t bevend hart,

     tot ik aan d’ eeuw’ge stranden             en breng het tot bedaren

     de ruste vind!                                   bij vreugd en smart!

     Te zwaar valt m’ elke schrede,             Laat m’ aan uw voeten rusten,

     als ‘k U verlaat.                                mij, hulp’loos kind,

     O, neem mij met U mede,                  vertrouwen en berusten,

     daar waar Gij gaat.                            voor d’ uitkomst blind!

3   En blijft m’ ook soms verborgen / uw grote macht,

     Gij voert mij tot de morgen, / ook door de nacht.

     Neem dan mijn beide handen / en leid uw kind,

     tot ik aan d’ eeuw’ge stranden / de ruste vind!

Weerklank lied 459 / gezang 143 Hervormde Bundel 1938

1   Op bergen en in dalen                   2   Zijn trouwe Vaderogen

     en overal is God!                               zien alles van nabij!

     Waar wij ook immer dwalen                Wie steunt op zijn vermogen,

     of toeven, daar is God!                       die dekt en zegent Hij!

     Waar mijn gedachten zweven,             Hij hoort de jonge raven,

     of stijgen daar is God!                        bekleedt met gras het dal,

     Omlaag en hoog verheven,                 heeft voor elk schepsel gaven,

     ja, overal is God!                               ja, zorgt voor ’t gans heelal!

3   Gij, aardrijks bont gewemel,          4   Roem, Christen, aan mijn slinke

     al wat in ’t water leeft,                       en rechterzijd’ is God!

     of onder zijne hemel                          Waar ‘k macht’loos nederzinke

     hoog in het luchtruim zweeft,              of bitter lijd’, is God!

     gij, alle zijne werken,                         Waar trouwe vriendenhanden

     ontdekt, bij dag en nacht,                   niet redden, daar is God!

     in ’t voeden, hoeden, sterken              In dood en doodse banden,

     de goedheid zijner macht.                   ja, overal is God.

Sluiting door Jan Willem van den Oever

Uit aller mond 204

1   ’k Wil U, o God, mijn dank betalen,

     U prijzen in mijn avondlied.

     Het zonlicht moge nederdalen,

     maar U, mijn licht, begeeft mij niet.

     U wilde mij met uw gunst omringen,

     meer dan een vader zorgde Gij,

     O, milde bron van zegeningen:

     zulk een ontfermer waart Gij mij.

2   U trouwe zorg wou mij bewaren,

     uw hand heeft mij gevoed, geleid;

     U was nabij in mijn bezwaren,

     nabij in elke moeilijkheid.

     De avond roept mij na mijn zorgen

     tot rust voor lichaam en voor geest.

     Heb dank, reeds van de vroege morgen

     bent U mijn heil en hulp geweest.

Evangelische Liedbundel 175

1   Stilte over alle landen                    2   Stilte over alle landen

     in deze nacht.                                   in deze nacht.

     Vouwen wij tezaam de handen             Vouwen wij tezaam de handen

     voor deze nacht.                               voor deze nacht.

     Welke zonden wij bedreven,                God zal voor ons allen zorgen

     wil ze, Here, ons vergeven.                 tot het dagen van de morgen.

     God wil goede rust ons geven              Veilig en bij Hem geborgen

     in deze nacht.                                   zijn wij vannacht.

Slotlied: Nieuwe Liedboek 425 (staande)

      Ver- vuld van   uw   ze – gen    gaan   wij  on  – ze   we- gen

                   van   hier, uit  dit    huis waar  uw  stem   wordt   ge – hoord,

                   in  Chris-tus   ver –  bon -den,  te     za – men   ge – zon  den

           op   weg   in   een   we – reld  die   wacht  op   uw    woord,

           Om  daar   in    ge  – na  de   uw    woor- den   als   za -den

            te   zaai –  en   tot     diep   in    het    don- ker – ste    dal

         door    lief – de  ge –  dre – ven,  om  wie  met   ons    le-ven

         uw  ze – gen   te    bren – gen  die    vrucht  dra – gen  zal.

         

Bij het verlaten van de Kerk kunt u een bijdrage in de

onkosten van deze avond in de busjes achterlaten.

Als u online heeft meegedaan kunt u dat digitaal doen.

De laatste zomerzangavond is op

30 augustus
(organist Ary Rijke)

om 19:30 uur

Geen reactie op “3e Zomerzangavond 9 augustus 2023”

Reageren